Onderzoek, uitgevoerd door de Wetenschapscommissie van het NICAM, toont aan dat het leeftijdsclassificatiesysteem niet zozeer rekening moet houden met de toegenomen mediaconsumptie van jongeren, maar meer met de ontwikkelingsfase waarin zij zich bevinden.
De 4 belangrijkste inzichten:
- Verhoogd mediagebruik van jongeren leidt niet tot meer mediawijsheid bij deze groep.
- De mate van beïnvloedbaarheid van jongeren hangt samen met de ontwikkelingsfase waarin zij zich bevinden. In de vroege puberteit zijn jongeren vatbaarder voor sociale beïnvloeding, dan jongeren in de late adolescentie. Daarnaast zijn jongeren in de vroege puberteit nog impulsief en vertonen zij sneller risicogedrag dan andere leeftijdsgroepen.
- Ondanks dat jongeren in de late adolescentie minder beïnvloedbaar zijn, kunnen ze ook beschadigd raken door met name grove of schokkende content, zoals gewelddadige of pornografische beelden.
- Wanneer de overgang van vroege naar late puberteit plaatsvindt, verschilt per kind en is afhankelijk van zijn of haar ontwikkelingsstatus. Onderzoek naar de beïnvloeding van jongeren hanteert daarom vaak de overgang tussen onder- en bovenbouw van de middelbare school als ruim omslagpunt. Jongeren zijn dan doorgaans tussen de 13 en 16 jaar.
Wat deden wij met deze inzichten?
Dit onderzoek droeg er mede aan bij dat Kijkwijzer de leeftijdscategorieën voor jongeren heeft genuanceerd. Door zowel twee leeftijden (12 en 14 jaar) te hanteren voor de vroege adolescentiefase, als twee leeftijden (16 en 18 jaar) voor de late adolescentiefase en volwassenheid zullen de nieuwe classificaties beter aansluiten bij de ontwikkeling van jongeren.
Over dit onderzoek
De Wetenschapscommissie van het NICAM voerde een systematisch onderzoek uit op basis van vooraanstaand wetenschappelijke literatuur over mediaconsumptie, ontwikkelingsfases en sociale beïnvloeding van jongeren.
Meer lezen?
+ 'Ouders pleiten voor een genuanceerdere Kijkwijzer-leeftijdsclassificatie voor jongeren'